Twentse levenslessen (187)

Bij het zoeken van een twentse spreuk viel deze spreuk mij op: “Wie stoom maakt moet niet klagen dat hij niets meer kan zien”. Dit omdat met enige regelmaat beslissingen worden genomen die het zicht op de situatie totaal doen verdwijnen.

Ik beperk mij meestal tot mijn eigen gedachtenspinsels en loop met een boog om allerlei concrete zaken. Je kunt vaak niet de feiten en omstandigheden kennen om genunanceerd te kunnen schrijven en er zijn al genoeg schrijvers op de sociale media die niet geïnteresseerd zijn in de feiten, maar een grote voorliefde hebben voor het berijden van stokpaardjes.

Dit keer las ik echter iets over een geschil over het eigendom van voortuintjes. Een advocaat liet optekenen dat de zaak nog geen gelopen race is en ziet kansen op verjaring van het eigendomsrecht. De wethouder, zo schreef de krant, vertelde maandag tegen de gemeenteraadsleden dat de eerste bevindingen van juristen van de gemeente juist gunstig zijn. Ik zet er voor de zekerheid maar even bij, zo schreef de krant, omdat ik heb gemerkt dat gezagsdragers soms niet zo’n hoge dunk hebben van de juistheid van een krantenbericht. Het heeft er alle schijn van dat een juridisch gevecht aanstaande is. De spreuk van deze week leert, dat voordat je zo’n gevecht aangaat en er zoveel stoom gemaakt is dat niemand meer kan zien waar je terecht komt, er misschien toch nog een moment is waarop er indachtig de spreuk van deze week nog even nagedacht wordt om niet te verdwalen in een juridische stoomwolk.