Twentse levenslessen (178)
Jarenlang heb ik in enkele landen voor minderheden in het onderwijs gewerkt. Van het moment van aankomst in een land tot de eerste kennismaking kreeg ik al zeer veel “kwoade deunk” te verwerken als ik vertelde wat mijn werk was. Ze liegen en bedriegen, ik moet opletten want ik zou bedreigd bedreigd worden en nog meer onheil stond me te wachten, het zou beter zijn om diep wantrouwend te zijn.
Het deed er eigenlijk niet toe welke land het was en welke minderheid. Dat leerde mij dat discriminatie een universeel gezicht heeft. Het is kennelijk nogal moeilijk om het verspreiden van een “kwoade deunk” te vermijden en oprecht interesse te hebben in wat iemand denkt en doet. De schrijver van de spreuk van deze week heeft ongetwijfeld de spreuk als een waarschuwing bedoeld.
