Twentse levenslessen (154)

‘Later bestaat niet’, was de spreuk die mij deze keer opviel. Elke week weer blijf ik gissen of raden wat de schrijver bedoeld zou kunnen hebben. Je kunt deze spreuk denk ik op verschillende manieren begrijpen, zoals wat je nu niet doet gebeurt niet meer, we kennen dat ook van ‘van uitstel komt afstel’, van een aanmoediging om iets aan te pakken.
Het kan zijn dat je geen toekomst meer ziet, in een schuilkelder volop met bedreigingen om je heen, we kunnen ons dat niet voorstellen en willen dat vaak ook niet, de media staan er echter deze dagen vol van.
Het kan ook duiden op verwachtingen over je gezondheid. Wat ik nu niet doe, daarvan kan ik me afvragen of ik nog wel een kans krijg. Een reis bijvoorbeeld of mensen die belangrijk voor me geweest zijn opnieuw te ontmoeten.
De spreuk ‘later bestaat niet’ heeft ook een oproep in zich, doe wat je op het moment kunt doen en probeer tegelijkertijd een toekomst voor ogen te houden.