Twentse levenslessen (137)
Het ouderlijk huis waar we woonden was een twee onder één kap woning. Tussen ons en de buren was een lygusterheg van maximaal een meter hoog. Achter de huizen kon je over de heg de huizen van de andere buren zien en onze voordeur werd nooit gebruikt. Je probeerde zo goed mogelijk vrede in de buurt te houden, daarvoor kon je niet altijd zeggen wat je wilde. Elk had zijn eigen en dat hielp mee aan goede verhoudingen.
Sindsdien wordt de achterdeur niet of nauwelijks meer gebruikt, maken we een afspraak als we op bezoek komen en hebben de meeste tuinen een heg en veelal een schutting. Elk zijn eigen wordt wel heel letterlijk genomen. Tegelijkertijd voelt het vaak minder vreedzaam, is de sociale controle op kinderen weggevallen en is het taalgebruik op de sociale media verschillende keren shockerend.
Op vroeger is veel af te dingen, helaas is op vandaag de dag ook veel af te dingen. Vriendschap vraagt om verdraagzaamheid, elkaar wat gunnen en om met een compromis te kunnen leven. Misschien is de les van deze week wel dat we voortdurend de balans moeten proberen te vinden tussen elk zijn eigen en samen er uit zien te komen.
