Twentse levenslessen (120)

“Zolang een mens het goed gaat, brandt hij niet teveel kaarsen”. Eigenlijk is het een heel eenvoudige levensles, als het je goed gaat, je leven voorspoedig verloopt en je bent in goede doen, dan denken mensen vaak dat het een verdienste van hen zelf is. Als het je tegenzit, in het werk, thuis of door ziekte dan ligt de oorzaak buiten jezelf. Beide is maar gedeeltelijk waar, voorspoed heb je vaak niet alleen aan jezelf te danken en de oorzaak van tegenspoed heb je soms ook gedeeltelijk in de hand. Dat brengt me bij Noaberschap, het zowel in voorspoed als in tegenspoed er voor elkaar zijn.