Twentse levenslessen (121)
De spreuk van deze week is mij al verschillende keren onder ogen gekomen. Vooral het eerste deel was nogal lastig. Vanmorgen zag ik zo ineens de betekenis, bij ‘pottn’ schoten mij de woorden ‘inwecken’ en ‘inmaken’ te binnen. Moos kende ik wel als ‘moes’ en wist me te herinneren dat dat boerenkool is.
Het tweede deel van de spreuk komt mij bekender voor. We zijn ons er niet altijd van bewust, alles wat je leert leer je van een ander. Het vermogen tot leren word je mee geboren. Het lukt een baby wel om geluiden te maken, welke taal het gaat worden hangt van de omgeving af.
In de spreuk van deze week wordt er nog eens de nadruk op gevestigd dat voor leren een omgeving nodig is waar je kunt leren. Leren zo heb ik de laatste tijd geleerd, kan een aangename bezigheid zijn. Ik wist nooit dat er zoveel verschillende soorten bonen waren, dat de samenstelling van de grond zo bepalend is voor hoe een tuin groeit en bloeit en dat de zaai- en poottijden voor verschillende planten zo verschillend zijn. Wat ook zeker bij de spreuk van deze week hoort, je bent nooit te oud om te leren en je bent ook nooit te oud om er plezier aan te beleven, soms moet je daarvoor wel even een drempel over. Alle begin is moeilijk, zullen we maar zeggen.
