Twentse levenslessen (113)
Deze week kwam ik in gesprek met iemand die mij een compliment gaf over een berichtje in Helmerhoeknieuws. Nu moet ik in alle eerlijkheid zeggen dat ik niet zo handig ben in het ontvangen van complimenten. Veelal doe ik dan stamelend een stapje terug. Die gedachte liet mij niet los, nadat ik hoorde dat iemand in de Bijenhoek iemand anders een complimentje gaf. Over de schrijver van de spreuk van deze week, die zal waarschijnlijk bedoelen, als het niet nodig is om geld te verdienen, dan kun je wel permitteren om voor niets te werken. De medaille heeft ook een andere kant. Er zijn veel mensen die allerlei hulp verlenen en vrijwilligerswerk doen, die daar geen vergoeding voor ontvangen. Werken die voor niets. Ze krijgen er geen geld voor, ze leveren echter een bijdrage aan anderen die veelal van het grootste belang is. Ze werken ook vaak voor zichzelf, het plezier dat ze beleven aan de werkzaamheden, voelen dat ze nuttig bezig zijn en van betekenis zijn voor anderen, dingen doen die ze goed kunnen en daar graag blijk van geven, aandacht aan hun gezondheid willen besteden door bezig te zijn of in beweging te zijn. Ook deze zaterdagochtend vind ik het leuk dat ik nog even mijn geest kan buigen over een tekst, dat ik nog even de vaardigheid van het tikken van een tekst kan onderhouden en dat ik mezelf dwing om van allerlei gedachtenspinsels een leesbare tekst te maken. We weten allemaal: “Wat je niet gebruikt, verlies je”, Op mijn sportdiploma in het voortgezet onderwijs 50 jaar geleden stond een spreuk: “Een gezonde geest in een gezonde lichaam”. Dat heeft mij geleerd, wil je jezelf belonen dan is naar eigen mogelijkheden veur niks weark’n daar een enorme bijdrage aan.
