Twentse levenslessen (109)
Als er iets drastisch veranderd is dan is dat wel dat mensen volop de mogelijkheid gekregen hebben om zichzelf te kunnen laten horen. Vroeger bleef het zichzelf kunnen laten horen beperkt tot een verjaardag, een ingezonden stuk in de krant of het bezoeken van een vergadering. Wie kent niet die oom (het waren vaak mannen) die wisten hoe de wereld in elkaar stak en die het telkens weer lukte daarmee het plezier van een verjaardagsavond aanzienlijk te verminderen. Ingezonden stukken in de krant gebeurde nauwelijks, het was de tijd dat de krant nog een meneer was. Bij het bezoeken van een vergadering werd iemand nogal snel op de vingers getikt als die uitspraken deed die niet door de beugel konden.
Was vroeger alles beter, zeker niet, de sociale controle kon beklemmend zijn en velen moesten luisteren naar enkelen. Het woord van de autoriteiten was heilig. Is nu alles beter, zeker niet, het gemak bijvoorbeeld waarmee vergelijkingen gemaakt worden met de tweede wereldoorlog, het nauwelijks meer vast kunnen stellen wat waar is en niet waar, het zijn maar enkele voorbeelden. Ik ga er voorlopig van uit dat de redelijkheid nog even het onderspit delft. Als optimist durf ik met Boudewijn de Groot te zeggen “maar er komen andere tijden.”
