Twentse levenslessen (62)

Aan de ene kant geven vaste gewoontes zekerheid en is het niet nodig om erover na te denken, dat maakt het leven wel zo gemakkelijk. In het dorp waar ik gewoond heb, was het de gewoonte dat vrouwen op zaterdagmiddag krulspelden in hun haar spelden er een hoofddoek over sloegen en op de fiets naar de markt gingen. Volledig te begrijpen in de tijd dat dat gebeurde, het was een voorbereiding op de zondag, op de gang naar de kerk en de voorbereiding van het middageten. Ook wat er gegeten werd stond vast. Zondag zo herinner ik me, was een feestelijke dag. Een andere vaste gewoonte die ik mij herinner is dat er bij een grote bruiloft tijdens het feest glaasjes op tafel gezet werden met daarin sigaretten en sigaren. Vrijwel iedereen heeft of kent wel vaste gewoontes. Soms worden vaste gewoontes vastgeroeste gewoontes, ze hebben geen functie meer of ze kunnen leiden tot uitsluiting van anderen. Op het moment dat vaste gewoontes vastgeroeste gewoontes worden veroorzaken ze meer pijn dan dat ze het leven een beetje gemakkelijker maken, dan wordt het tijd om het verstand een kans te geven. Dan helpt “zo hebben we dat altijd gedaan” niet meer. Zou de schrijver van deze spreuk daarom deze spreuk aan het papier toevertrouwd hebben?