Twentse levenslessen (33)
De schrijver van de spreuk van deze week denkt dat een onbescheiden mens gemakkelijk te herkennen is. Iedereen kent ze wel, mensen die zich belangrijk voordoen. Die kant van de medaille zou ik bij deze spreuk niet zozeer de aandacht op willen vestigen, dat doen degene die onbescheiden zijn zelf wel. De andere kant is dat mensen die bescheiden zijn, veel moeilijker te herkennen zijn, mensen die zonder veel rumoer dienstbaar zijn. Wat ik elke dag zie dat er zoveel mensen zijn, die zonder er veel ophef erover te maken, anderen helpen. Bij ons komt telkens een collectante aan de deur, die geduldig deur aan deur aanbelt om geld in te zamelen voor een goed doel. Deze week kwam een mevrouw langs om speelgoed te halen voor kinderen van mensen die het niet zo ruim hebben of in armoede leven.
Deze vrijwilligers zijn geen mensen die zich met gewichtige namen sieren. Het zijn mensen die niet in de belangstelling of op de voorgrond willen staan, maar die met overtuiging van het belang van hun werk zich inspannen om de wereld een beetje beter te maken.
