Twentse levenslessen (22)
De schrijver van spreuk van deze week kan begrepen worden als, dat iedereen naar verhouding bijdraagt aan de omgeving. Een luisterend oor, een kleine glimlach of een simpel gebaar kan al begrepen worden als een teken van verstandhouding of troost. Het is een geruststellende gedachte,dat het niet persé noodzakelijk is om groots de trom te roeren om toch van grote betekenis voor je omgeving te kunnen zijn. Met je terugtrekken omdat je denkt niet of nauwelijks iets bij te kunnen dragen, doe je wellicht je omgeving tekort, maar zeker jezelf. Wie niet voor zijn eigen welbevinden zorgt, kan dat ook niet voor dat van een ander. Wellicht is de spreuk van deze week een uitnodiging om na te denken over wat jouw bijdrage is aan het welbevinden van jezelf en daarmee ook aan dat van anderen.