Buitenmomentjes (151)

Het is bijna februari, binnenshuis kunnen al de paprika’s pepers en aubergines gezaaid worden, hier staan de plantjes inmiddels al boven de grond. Andere zaden zaai ik later, zoals tomaten, die groeien veel sneller. Als ik die in april zaai, is het vaak nog vroeg genoeg. Immers pas na half mei ofwel na de vorst, kunnen ze buiten worden uitgeplant. Dat geldt ook voor courgettes, komkommer, augurken, pompoenen etc.

Buiten zaaien, daar wacht ik nog even mee, hoewel de tuinbonen al wel de grond in kunnen. Nu moet je tuinbonen niet verwisselen met bijvoorbeeld slabonen of snijbonen, bonen plant je vanaf half mei in de volle grond. Tuinbonen zijn een ander gewas, die kunnen prima temperaturen tot wel min acht graden verdragen. Maar heeft het nut? Nou, in maart of april kan dat ook nog, maar het schijnt dat de vroeg gekweekte tuinbonen minder last hebben van de zwarte luis. Je kunt de volgroeide planten van de tuinbonen straks ook toppen, wat ook de luis minder maakt of er dille tussen zaaien, dat schijnt ook goed te werken. Wat je wel in februari buiten kunt zaaien, dat zijn de zomerworteltjes, door de vroege regen zullen ze goed kunnen kiemen en over niet al te lange tijd komen ze tevoorschijn. Van vorst hebben ze geen last.

In de koude bak, onder glas zou je misschien wel raapstelen of spinazie kunnen zaaien, zelfs wel sla, ook deze kunnen wel tegen een “koud” stootje. In maart zijn er meer mogelijkheden om buiten te zaaien, kool, raapstelen, zaaiui, sla… en nog veel meer.

In ieder geval komt de mooie tijd er binnenkort weer aan, de tijd om lekker in de (moes)tuin bezig te zijn. Ieder op zijn eigen manier! En met ieder op zijn eigen manier, bedoel ik ook de grond bewerking, de ene spit de tuin om, ik ook, altijd al gedaan en dat blijf ik doen, de ander trekt alleen de bovenste laag van de grond iets open om zo te zaaien en weer een ander doet helemaal niets aan de grond of heeft een andere manier. Het kan allemaal, toch werk ik liever in grond die losgewerkt is door het te spitten, de worteltjes houden wel van losse grond en zo zijn er meerdere wortelgewassen die zich zo beter kunnen ontwikkelen, is mijn ervaring. Bemesten doe ik met wat ik voor handen heb, vroeger had ik een paar kruiwagens stalmest of een bak paardenmest, dat heb ik niet meer, wel nog wat compost en wat er aan konijnenmest met stro op mijn tuin terecht komt. Verder gebruik ik lavameel, mineralen die de grond rijker maken, doordat de grond vaak teveel uitgeput raakt. Koemestkorrels verbeteren de structuur van de grond, maar ook deze heb ik de laatste jaren niet meer gebruikt. Kunstmest gebruik ik bijna niet, wél patentkali, wat toegestaan is in de biologische tuin, hoewel ik niet biologisch kweek, nee, ik kweek zonder gif en zonder andere “troep” wat slecht is voor de planten. Biologisch kweken, daarvoor moet je aan strenge regels voldoen.
Dan moet ook alles wat je zaait of poot, biologisch gekweekt zijn. Deze zaden zijn echter vrij duur, vergeleken bij de gewone zaden. De zaden die ik zelf overhoud jaar na jaar, die zijn wel schoon. Dit jaar heb ik wel biologische pootaardappelen besteld, de eersten gaan meestal 21 maart de grond in en de latere rassen vanaf eind maart tot half april.
Februari is dus meer een tijd van plannen maken en met de grond bezig zijn, zaden en pootgoed bestellen of kopen bij een zaadhandel, zodat er vanaf maart weer vrolijk gezaaid en gepoot kan worden.

Het begin van een nieuw moestuin-jaar, hopelijk met mooi weer en af en toe wat regen voor een mooie en gezonde oogst.

Tip: Koop eens een biologische paprika (of peper) in de winkel of op de markt, bewaar de zaadjes hieruit een paar dagen in een open bakje op kamertemperatuur om te drogen en zaai ze vervolgens in een bakje. Vers zaaien kan misschien ook wel, maar daar heb ik bij paprika’s geen ervaring mee. Bij de meeste gekochte paprika’s lukt dit prima.

Foto: zaailingen van paprika, pepers en aubergine, drie weken geleden gezaaid.

Wim Boers.