Buitenmomentjes (149)
9 januari, een regenachtige maandag, regen is natuurlijk goed, zo vroeg in het jaar, hoewel er ook sneeuw had kunnen liggen bij temperaturen onder nul. Gelukkig komt februari ook nog en die geeft vaak nog wel een paar winterse buien met koude nachten.
Vanmorgen las ik ergens dat de fruittelers hopen dat er na deze lenteachtige week geen vorst meer komt, ze vrezen voor vorstschade, maar ja, het is nog maar januari en de winter loopt nog tot 21 maart, hoewel anderen 1 maart aanhouden. Dus we kunnen nog van alles verwachten en wat we krijgen? Dat is afwachten.
Zo langzamerhand denk ik weer aan mijn moestuin, ook andere moestuinliefhebbers hebben alweer voorjaarskriebels. Meestal rond deze tijd begon ik met het zaaien van pepers, paprika’s en aubergines, deze hebben een langere periode nodig om vruchten te geven. Dit jaar wilde ik het eigenlijk niet meer, er staan nog voor wel drie jaar potten sambal in de kast. Paprika’s vries ik in blokjes in en tot de komende zomer heb ik daar ook genoeg van, maar die moeten dus wel weer gezaaid worden. Paprika- en peperplanten kun je makkelijk in potten kweken, gewoon bij huis.
De hele maand januari kun je ze zaaien, gewoon in een potje of bakje, gevuld met het liefst zaaigrond, maar potgrond wil ook wel, misschien kun je de potgrond iets mengen met een beetje grond uit de tuin en een handje metselzand, want teveel bemeste grond is vaak niet goed voor hele jonge zaailingen, hun worteltjes kunnen dan gaan rotten en dus sterft het plantje af, maar het kan ook goed gaan. Ik gebruik zelf ook de mengeling van potgrond, tuingrond en wat metselzand, werkte vorig jaar ook prima. Daarin zaai ik de overgehouden zaadjes uit de paprika’s en pepers, heel licht afdekken met een beetje grond, iets aandrukken, paar drupjes water erover, niet te nat, liefst een verstuiver gebruiken. Afdekken met een stukje plastic en dan voor het raam zetten boven de verwarming. Het is heel verschillend hoe lang het duurt voor de plantjes kiemen, de ene soort kiemt binnen tien dagen, terwijl de andere soort er wel drie weken of langer over doet voor we het nieuwe leven zien, dus niet te snel alles weggooien omdat je denkt dat het toch niks wordt.
Zodra de plantjes boven komen hebben ze twee kiemblaadjes, het plastic wordt verwijderd. Over een tijdje komen de twee echte blaadjes, de tijd om de plantjes te verspenen, nu gebruik je wél potgrond, je vult er een aantal potjes mee en ieder potje krijgt één plantje. Wel voorzichtig uit de bakjes halen, misschien een mesje gebruiken om de plantjes omhoog te halen, zodat de wortels niet beschadigd raken. Op ieder potje plak ik een nummer en daarnaast houd ik een lijst bij met deze nummers met daarachter de naam van het plantje, zodat ik snel terug kan lezen wat er in het potje groeit. De plantjes komen nu in een andere kamer te staan, waar de verwarming niet brandt, maar een gewone kamertemperatuur is. Liefst voor het raam, zodat ze genoeg licht krijgen of onder een groeilamp, hoewel een gewone lamp ook vaak lukt. Groeilampen van 6400 Kelvin, geven het beste resultaat. Deze lampen geven het daglicht het beste weer, maar er zijn inmiddels ook spaarlampen die minder stroom verbruiken en toch de 6400K hebben. Maar soms hoor ik ook dat liefhebbers het redden door de plantjes gewoon voor het raam te zetten. Als de plantjes goed groeien plant ik ze in mei op in grotere bakken en potten en kunnen ze, zodra de vorst verdwenen is, buiten worden gezet. Mocht er toch nog een late vorst komen, zet je de potten makkelijk even in de schuur of binnen. Succes gewenst!
Foto’s zijn voorbeelden van de afgelopen jaren.




Wim Boers.