Buitenmomentjes (135)
Moestuinsprookjes
Héél lang geleden was er ergens, hier vér vandaan, een groot paleis en in dat paleis werkten allerlei mensen. Die mensen werkten voor de Koning en Koningin die daar woonden. Rondom het paleis was een grote tuin, waar veel werk te doen was. De Koning deed bijzondere zaken en de koningin liep regelmatig door de tuin en bekeek het werk van de tuinmannen met veel plezier. Zij als koningin had natuurlijk wel wat te zeggen tegen deze tuinlui, want zij was immers een hooggeplaatst persoon. De tuin bestond uit meerdere delen en zo had je een prachtige bloementuin met allemaal planten die ieder jaar weer terug kwamen en de tuin tot een mooie pracht maakte.
Ook was er een rozentuin, daar stonden prachtige Engelse theerozen, zoals dat heet. Theerozen zijn mooie bossige struiken die prachtige geurende bloemen geven, dus echt iets koninklijks , verder was er een tuin met buxushaagjes en een tuin met fleurige struiken, waaronder in het voorjaar kleine bolgewassen groeiden, zoals krokusjes, blauwe druifjes en narcisjes. Daarnaast was er ook een tuin met siergrassen, van hoog naar laag en de wind blies zachtjes door hun sprietjes en aren.
Ook was er en is er nog steeds een moestuin, niet zomaar een moestuin, maar een moestuin op stand, tja, dat hoort nu eenmaal bij een paleis en zo ontmoeten we enkele hooggeplaatste groenten en fruit.
Bij binnenkomst staat er een grote appelboom, de Notaris appel, deze houdt iedereen die binnenkomt in de gaten en geeft zo nodig advies, ook houdt hij bij wat er zoal allemaal verkocht wordt in de tuin.
We lopen iets verder in de tuin en daar staat de Jonkheer van Tets, de titel die deze rode bes draagt geeft aan dat hij van adel is, de mooie rode besjes kijken nog wat zuur, maar binnenkort als ze worden geoogst, zullen ze vast ook wel weer blij zijn. In een bedje in deze moestuin staan boontjes, niet zomaar boontjes, nee, het zijn echte Prinsessenboontjes. Ze zijn mooi van vorm, vaak wat slank en ze zijn heerlijk. Hun mooie groene velletje is als een echt prinsessenkleed en van binnen dragen ze de bijna gouden boontjes in hun hart. Bij het aardappelveldje zien we de mooie vroege Lady Christl, een lekkere aardappel met een prachtige ovale vorm, maar dat zie je niet, want de aardappelen groeien onder de grond, maar haar bovengrondse schoonheid mag er ook zijn. Prachtig loof, zoals het groen heet en met prachtige witte bloemen, prijkt ze in de koninklijke tuin. Iets verderop klinkt muziek, het is van Mozart, de Mozart aardappelen geven een concert en iedere muzikant speelt zichzelf. Zo zijn er hoornviooltjes, maar ook is daar Stradivarius, een echte vioolheer van hoge afkomst. De trommelstokjes zijn vaste planten in de bloementuin, met hun mooie gele bolletjes heten ze niet voor niets trommelstokjes en ze trommelen er flink op los.
De Trompetboom laat zijn mooie klanken horen en het Fluitekruid in de berm fluit rustig mee.
Het is er echt gezellig in de tuin. In de bloementuin staat het mooie Koninginnenkruid , een plant van bijna twee meter hoog met mooie roze en witte schermen, welke veel bijen en vlinders aantrekt.
Door haar hoogte kijkt deze koningin als plant tevreden uit over de hele tuin en ziet hoe haar onderdanen groeien en bloeien. Ook bij de bijen is er een koningin, zij zorgt voor het nageslacht en al haar onderdanen zitten in een tros om haar heen, hangend aan een tak van de Notaris.
Veel vlinders vliegen af en aan, zoals het citroentje, de dagpauwoog, de kleine vos en de gehakkelde aurelia, maar ook hier steekt er één boven alles uit, de prachtige koninginnenpage, een mooie grote vlinder die we steeds vaker zien, prachtig gekleurd , een ware koningin.
Een mooie krop sla, met de naam Meikoningin, staat bekend om haar mooie lichtgroene malse bladeren, die dan ook graag worden gegeten, lekker met een gebakken aardappel en dan met een rode Baron ui. Eigenlijk is deze ui van Engelse afkomst en heet hij Red Baron, maar in de tuin noemen ze hem gewoon de Baron met zijn mooie rode hoed en rode uniform.
Ergens in een hoek van de tuin staat een plant die geldzaken regelt, want geld heb je natuurlijk nodig om zaden en pootgoed te kunnen kopen, maar ook weet hij alles van zuinig zijn, ruilen en dus besparen. Het is de Moneymaker, een tomaten ras dat veel vruchten produceert en dus een hoge opbrengst geeft. Bij verkoop komt er dus geld binnen, dankzij de vruchten van de Moneymaker en de Notaris appel houd alle inkomsten weer bij in een groot boek. Dit boek wordt weer veilig bewaard door een boekenwurm, deze zit de hele dag met zijn neus in de boeken en er gaat hem niks mis. En zo is het een tuin op stand, een koninklijke tuin.
De gewone worteltjes, rode bietjes en de andere groenten, groeien toch maar liever gewoon op in een gewone volkstuin of op een boerenerf of zoals bij ons in de Bijenhoek. Zij maken gewoon lekker pret in de tuin met de andere groenten en met de bloemen en de insecten, terwijl in de tuin van stand alle groentes netjes in rijen staan, is het hier heel anders. Ieder beleeft het op haar eigen manier en zo leven ze allemaal nog lang en gelukkig!
Wim Boers.
