Buitenmomentjes (112)

Joris Slaboon en zijn vriendjes,

Het was op een mooie dag in mei dat er tuinmensen waren die boontjes gingen leggen in de moestuin, leggen heet dat bij bonen, maar je moet dat zien als zaaien. Met twee vingers trek je een geultje van ongeveer twee of drie cm diep en daarin worden boontjes gelegd om te gaan groeien.
Een beetje grond erover en licht aandrukken, hopen op een lekker buitje regen of anders een beetje water uit de gieter en afwachten maar.
Eén van die boontjes, zo’n droog hard boontje uit een grote slaboon, heet Joris en Joris is blij dat hij nu in de tuin ligt om een mooi leven te beginnen.
Net als bij mensen, hebben bonen ook eigen families en heeft ieder boontje zijn eigen naam en achternaam. Joris is een echte Slaboon, maar door sommige mensen wordt hij ook wel sperzieboon genoemd, sperzieboon klinkt een beetje deftiger dan gewoon slaboon, maar beiden zijn even lekker.
Joris heeft ook broertjes en zusjes en ze liggen allen in de tuin nu, zus Liesje, broertje Pim en de andere kinderen liggen lekker in de wat vochtige warme grond.
Na een paar dagen begint hun lichaam te zwellen, dat komt door het vocht in de grond, waardoor ze zachter worden en hun boontje open gaat en er een wortel gaat groeien aan de ene kant en aan de andere kant een steeltje met blaadjes verschijnt. Zodra het plantje boven de grond komt, zie je onderaan de steel nog twee halve boontjes waaruit Joris, maar ook Liesje en Pim en de anderen, zijn gegroeid.
De plantjes gaan groeien en worden al mooie planten, Joris is een stokslaboon, dat betekent dat hij langs een stok omhoog groeit tot wel meer dan twee meter. Hij krult om de stok heen en dat doet hij tegen de zon in , dus tegen de richting van de klok in, mocht het dus eens gebeuren dat Pim of Joris een scheutje van hun plant laten vallen, draai hem dan voorzichtig linksom om de stok heen.
Ze groeien al mooi omhoog, inmiddels was het al juni geworden en ze kijken al boven de familie Stamboon uit, de familie Stamboon is een laag soort boon, zonder stokken groeien ze in kleine bosjes.
Joris is inmiddels al wel een meter hoog en ziet verderop nog meer bonenplanten, zelfs hele grove, dat is zijn grote neef van de familie Snijboon en verderop nog een familie, de Spekbonen, de meisjes van de spekbonen dansen in de wind om hun stokken heen, wat zijn ze weer vrolijk vandaag… de groei zit er bij allen al flink in.
Er zijn ook zoveel soorten bonen, maar de slabonen zijn toch wel het meest bekend, ze zijn er in verschillende soorten, maar allemaal even lekker. De familie Snijboon ziet er anders uit, ze zijn lang en glad en ook breder gebouwd, Joris zegt dat dat komt omdat Snijbonen vaak naar de bonensportschool gaan en dus behoorlijk breed en lang worden door alle zware oefeningen.
Dat hebben de spekbonen niet, die zijn niet zo met sport bezig, het zijn eigenlijk iets grotere slabonen, maar dan met een buikje, een beetje dik dus, “maar wel lekker”, zeggen ze altijd met een grote lach..
En zo groeien ze verder, er komen bloempjes aan de planten, één van die bloempjes begint te lachen en Joris vraagt waarom dat bloempje zo lacht, het bloempje antwoord dat er iets kriebelt in haar oor en dat iets haar kietelt…. Het blijkt een bij te zijn, die het bloempje kietelt… de bij antwoord: “Hey, blijf eens rustig hangen, zo kan ik mijn werk niet doen”, de bij bestuift de bloempjes van de planten met stuifmeel uit de andere bloempjes van deze planten en zo ontstaan er uit het bloempje hele kleine boontjes. Deze boontjes gaan weer verder groeien totdat ze mooi groot worden.
Als ze al mooi groeien komen ze eerst nog in de pubertijd, de boontjes maken veel lol en grapjes, ze vinden de spekbonen maar rare snijbonen en andere bonen zijn “een beetje in de bonen”, omdat er zoveel boontjes om hun heen groeien, dat ze de namen niet meer uit elkaar kunnen houden, weer anderen doen niet mee en hangen er voor “spek en bonen “ bij..
Het is inmiddels half juli geweest, de tuinmensen lopen door de tuin, de boontjes zwijgen maar even, wat zou er gaan gebeuren? De grote tuinmensen pakken één van Joris zijn boontjes vast en knijpen in zijn buik.
“Deze mag nog wel even door groeien..”, mompelt een stem.. Joris is helemaal blij, zijn boontje hoeft gelukkig nog niet geplukt te worden. Maar over een week is hij vast groot genoeg om geplukt te worden en dan is het plezier aan de stokken voorbij, maar de boontjes weten wat er dan gebeuren gaat, want boontjes zijn lekker en gezond, dus gaan ze menig mensenkindje, maar ook grote mensen blij maken met een lekker maaltje eten, waardoor ze allemaal gezond blijven. Gelukkig groeien Joris en zijn familie gewoon door aan de stokken en komen er steeds meer bijen op hun af, waardoor er ook steeds meer boontjes groeien om te worden geplukt.
Pas laat in de herfst houdt het leven van Joris, Liesje en Pim en de anderen op, Voor de winter gaan de planten uit de grond en worden de bonenstokken weer opgeruimd voor het volgende jaar.
Een paar boontjes van Joris en van zijn familie, worden gedroogd en het jaar erop weer gelegd ofwel gezaaid voor een nieuw leven, zo leven ook de boontjes nog lang en gelukkig!

Wim Boers.