Buitenmomentjes ( 89)

Het is inmiddels half oktober en dat merk je wel aan het weer, het wordt wat frisser en de dagen zijn wat donkerder, de zomertijd loopt ten einde en binnenkort gaat de wintertijd weer in en kunnen we voor één nachtje iets langer slapen, daarna is het weer wennen aan de vroeg donkere avonden… en zó vliegt de tijd voorbij.

Rond deze tijd waren we altijd gewend aan de Military van Boekelo, een paardensport evenement dat veel belangstellenden trok, maar helaas, dit jaar gaat het niet door om de bekende reden: Corona. Veel mensen die daar in en rond Boekelo wonen, de Noabers zeggen we dan in het Twents, stellen hun grond beschikbaar voor dit evenement en met alle hulp van de noabers en vrijwilligers is dit altijd weer een mooi gebeuren. Voor dat dit alles zijn doorgang kan vinden, zal eerst de maïs van het land af moeten, zodat de paarden en de bezoekers hun weg kunnen vinden tijden de sport / wandeling over het parcours. Dus wordt de maïs gekneusd en op een bult gereden, waar het met tractoren vast wordt gereden, om uiteindelijk als wintervoeding voor het vee te dienen.

Maar niet alleen daar wordt de maïs gekneusd, ook op andere percelen, want het is immers de tijd om dit te doen. Ook bij de boeren in onze omgeving gebeurt dit en daarbij is hulp nodig. Sinds mijn jeugd herinner ik mij al dat dan de noabers (buren) en eventuele familie komen helpen. Noabers komen dan al vaak met grote tractoren. Tegenwoordig heb je allemaal grote boeren en nog weinig kleine en dan heb ik het niet over de lengte van de boer 😉 , maar over de grootte van het bedrijf. Had je in vroegere jaren twintig tot dertig koeien, dan had je een mooie veestapel, tegenwoordig heb je toch al gauw tachtig koeien of meer op de boerderij. Dus er is meer voer nodig in de winter dan bijvoorbeeld begin tachtiger jaren, toen had je een maïshoop die veel kleiner was dan tegenwoordig, maar ook de tractoren van nu zijn vele malen groter en sterker dan toen.

Maar in mijn jeugd waren er net als nu nog steeds, noabers die hulp boden bij het zware werk, zodra de plannen er zijn dat er maïs gekneusd gaat worden, staan de hulptroepen klaar. Ik herinner mij nog oktober 1974, dat was een nat jaar en ook in de herfst viel er zoveel regen dat de grote landbouwmachines, van die tijd, niet het land op konden , ze zouden wegzakken in de modder, dus moest er naar andere oplossingen worden gezocht.. en zo gingen wij als leerlingen van de toen nog Land- en Tuinbouwschool met een hele grote groep jonge “noabers” het land op en moest elke stengel met de hand gekapt worden. Dat deed je met zijn tweeën, de ene hield de stengels vast en de ander sloeg met een hiep de stengels door. Zodra je dan een arm vol had, werd zo’n bos op het land gelegd, daar waar de lichtere trekkers erbij konden en deze brachten de maïs van het land af naar de straat, waar de kneuzer stond en waar alles alsnog gekneusd werd.

Dat deden we in Glanerbrug en de volgende dag halverwege Hengelo bij Reef .Geheel vrijwillig voor een kop snert. Zoiets lijkt mij in deze tijd niet meer haalbaar en ook al zijn er veel goede noabers. Ik denk niet dat ze hier op zitten te wachten. Ook in onze woonwijk zijn diverse noabers actief in onze wijk met allerlei activiteiten. Eigenlijk is deze hulp heel belangrijk, want zo kunnen we het anderen, die het nodig hebben, toch nog een beetje naar de zin maken, vele handen maken immers licht werk. En zo is er op alle vlakken in de samenleving vaak hulp nodig, geen hulp waar gelijk voor betaald moet worden, maar hulp vanuit het hart, de echte Noaberhulp die nog steeds hard nodig is.

Wim Boers

Foto 1 : een maïskolf
Foto 2 : een maïsperceel op de hoek van de Groot Bruninkstraat en de Geessinkweg.
Foto 3 : met zware tractoren de maïs vast rijden (Broekheurne 2020)
Foto 4 : met lichte tractoren de maïs vast rijden ( Broekheurne 1982)
Foto 5 : in 1974 waar ik samen met een andere leerling uit de klas, de maïs handmatig kap.