Buitenmomentjes (75)
Soms kom je in een discussie waarbij beide partijen ver uit elkaar liggen, dan wordt er veel gepraat, zoveel dat je je afvraagt waar het om gaat. Maar uiteindelijk moet je maar wat “water bij de wijn` doen om er samen uit te komen en te beseffen dat iedereen anders denkt, het is soms moeilijk maar niet onoplosbaar… Water bij de wijn doen, hmm… het is dan de vraag hoe sterk je de wijn verdunt, sommige mensen drinken naast een glas wijn ook een glas water, dat verdunt de wijn en daardoor voelen ze zich later beter dan als ze alleen wijn drinken. Kortom als je water bij de wijn
doet kun je veel problemen voorkomen en zijn discussies op te lossen, althans, “dat is zoals het gezegde het uitlegt…”
Wijn maken ze van druiven en door water bij de rode wijn te doen, krijg je geen rosé, maar drink je nog steeds gewoon rode wijn. Zoals ik net al zei: “hoe sterk moet je het dan verdunnen? “ Het eindresultaat behoort een “krachtige rode wijn” te zijn, een manier waarop iedereen prima samenwerkt. Bij onenigheden kun je de problemen dus oplossen door iets toe te geven door water bij de wijn te doen, maar van welke kánt komt dat water en hoeveel? Als je teveel water bij de wijn doet is het geen wijn meer, maar een slap goedje en wordt het nooit meer een krachtige, geurende en goed smakende wijn. Als de smaak eraf is is er geen wijn meer over.
En is de wijn wel een goede wijn? Of was de wijn al zuur? Niet alle wijn is even lekker, een paar “zure druiven” kunnen de smaak van de wijn al verpesten zonder dat er water is bijgedaan. De goede wijn wordt gemaakt uit druiven, die in sommige tradities nog met blote voeten worden fijn getrapt en uiteindelijk moet er dan goede wijn ontstaan.
Een paar jaar geleden bleek dat er bekende huismerk-wijnen gemaakt werden van de drab die overbleef van de wijnproductie , dat mocht eigenlijk de naam wijn niet dragen en toch werd het goed verkocht. Die druiven, daar zijn hele wijngaarden van en ook in Twente staan druivenranken en zelfs in menig tuin in onze wijk staan druiven, de bladeren worden gebruikt om lekkere gerechten mee te maken en de druiven zijn lekker om zo te eten, tenminste dat hopen we, de ene druif is nu eenmaal zuurder dan de ander, rare druiven, we kennen dat wel, ook mensen kunnen rare druiven zijn , is een uitdrukking.
In februari snoei ik mijn druif, ik knip alle dunne takjes eraf tot aan de dikkere oude takken, dan is de plant weer mooi kaal en op de oude tak vormen zich later weer jonge knoppen die uitlopen. Als het weer dan beter wordt in april / mei zul je zien dat de plant snel groeit, een wirwar van takjes… en bij mijn druif…: mooie grote bladeren. Die bladeren zijn geliefd bij mensen die er lekkere dolmas van maken, een buitenlands gerecht in een Twents blad… en het is nog lekker ook. Ik heb dan ook een vaste afnemer voor het blad en dat zijn soms twee grote zakken vol. In de weken daarna zie je overal bloemetjes verschijnen, daar moet je zuinig op zijn, want dat worden de druiven, het blad en de stengels zijn inmiddels alweer aangegroeid en je gaat opnieuw snoeien, maar wel voorzichtig, de komende druiventrossen mogen niet beschadigd worden. Dus knip je wat voorzichtiger alle takjes en veel bladeren weg zodat de trosjes bloemen vrij hangen en licht krijgen. Druiven moet je nou eenmaal vaak snoeien. Bij lange droge periodes kun je wat water bij de stam gieten, maar of het echt nodig is? Dat denk ik niet, ze wortelen vrij diep en vinden wel het nodige vocht, maar soms gooi ik er een gieter water bij, water bij de druif is hier al het begin van water bij de wijn…
Eerst ontstaan er allemaal kleine trosjes met groene druifjes ter grootte van een erwt, volgens de regels zou je nu moeten “krenten”… krenten is de trossen nakijken en de kleine duifjes eruit halen, waardoor de anderen meer kracht krijgen en zo ontstaan er mooie druiven. Zelf vind ik dat te lastig, dus ik doe het niet, met het gevolg dat de druiven wat kleiner blijven. Mijn druiven kleuren blauw, bij anderen kleuren ze wit of witachtig geel , de ene druif is zoet en de andere is zuur, dat merk je gauw genoeg wanneer je er één in de mond hebt. De druiven kunnen dus tot wijn gemaakt worden, maar meer dan een halve liter wijn verwacht ik van mijn druif niet, dus dat is geen optie.
Jam van druiven , ook dat kan en is lekker op brood, er moet dan wel de nodige (gelei-) suiker bij. Zelf maak ik er een saus van, ietsje dik, maar wel vloeibaar, voor over het toetje of over een ijsje. De druiven worden goed gewassen, in de keukenmachine vermalen en met wat water erbij gekookt en van suiker voorzien tijdens de kook.
Het gaat heet in de flessen en het deksel wordt goed afgesloten, zo is het de hele winter buiten de koelkast te bewaren.
Bij jam moet je de druiven met velletjes en al koken, want anders wordt de jam te dun, je kunt het dan later alsnog zeven, want al die pitjes wil je niet op je brood. Wijn wordt het dus niet, ik zou teveel water bij de wijn moeten doen om een fles wijn te krijgen, ik drink liever wijn zonder toegevoegd water. “En zo is het in het dagelijks leven ook, zorg ervoor dat er geen water bij de wijn hoeft, althans niet te veel, beter nog om de wijn aan te vullen met dezelfde wijn, zodat je de opzet van een lekkere wijn behoud, dat de kleur mooi rood blijft en dat de smaak een resultaat geeft waar iedereen blij mee is.”
Wim Boers.
Foto 1 : water bij de wijn, iets of toch meer?
Foto 2: de druif in mijn tuin
Foto 3: de druiven zouden eigenlijk gekrent moeten worden.
Foto 4: Het beste resultaat is een goede wijn.