Het was in het najaar en winter van 1982. Al een langere periode viel de regen met bakken uit de lucht. De overvloedige regenval bracht de (toekomstige) bewoners van Enschedees toen jongste wijk in verlegenheid. Ondermeer aan de Honinglohoek waren de aangepaste woningen onbereikbaar geraakt. Gehandicapte mensen konden niet van huis gehaald worden of thuisgebracht. Bejaarden raakten gedupeerd. Mensen die wilden verhuizen kampten met vastlopende transporten. Vrachtwagens van toeleveringsbedrijven en meerdere particuliere auto’s moesten uit de modder getrokken worden.
Bij de gemeentelijke bouwkeet in de wijk-in-aanbouw kwamen op meerdere dagen legio telefoontjes binnen. De gemeente gaf aannemersbedrijf Temmink opdracht om direct te beginnen met aansluiten van rioolkolken, waardoor het water afgevoerd kon worden. Normaal werd daarmee gewacht totdat alle zware transporten van bouwverkeer en verhuizingen achter de rug waren, anders werd alles wat net aangelegd was weer kapotgereden. Maar de toestand in de diverse straten duldde nu gewoon geen uitstel.
De gemeente besloot voorrang te geven aan de bewoners in bejaarden- en aangepaste woningen. Waar nodig zou een noodverharding worden aangelegd, aldus een coördinator van de gemeentelijke dienst Openbare Werken in de Helmerhoek. De woningbouwverenigingen hadden veelal hun grond om de huizen wel verhard en konden, volgens zeggen, er niet meer aan doen en waren verder afhankelijk van de gemeente. De gemeente wilde onmiddellijk de nodigde maatregelen treffen via de aannemer of met inzet van eigen personeel.
Modderpoel aan de Bekspringhoek.
Aan de Bekspringhoek was het niet anders. Hier zaten de bewoners met hetzelfde probleem als degenen die zich al eerder in de Wesselerbrink of de Stroinkslanden vestigden: modder. Een groot aantal bewoners wende zich tot B en W met het verzoek om op zo kort mogelijke termijn een einde te maken aan deze toestand. Zij konden bij regenachtig weer de door hen bewoonde en op zeer korte termijn te betrekken woningen op geen enkele wijze met eigen vervoer of met een verhuiswagen bereiken. Een woordvoerder van de Bekspringhoek sprak van een “drek-situatie”
Wadlopen.
Het leek hier wel op wadlopen, zo vertelde de heer Frankfort. Hij had bij de Ombudscommissie van de gemeente Enschede aan de bel getrokken, maar veel wijzer werd hij er niet van. Ook hier zou de gemeente op zo kort mogelijke termijn de bestrating gereed maken. Als het even kon voor het begin van de vorstperiode.
Ondertussen hadden de Helmerhoekers er al heel wat weken “wadlopen” opzitten. En het einde was nog niet in zicht. Ze klaagden dat er nog niemand op visite was geweest. ’s Avonds was het in de wijk donker als de pest en dan met al die plassen. Bij de bushalte kon je bijna niet komen en auto’s zaten geregeld vast en waren tot aan de portieren weggezakt. Een bergingsbedrijf vroeg er vlot 100 gulden voor om je auto weer op het droge te krijgen. De melkboer kwam twee keer in de week door de straten maar had slapeloze nachten als het weer geregend had. Hij had ook al vaak vastgezeten.
De heer F. Steenbergen, in 1982 was hij 66 jaar, trok de stoute schoenen aan en nodigde wethouder van Dragt bij hem thuis uit voor de koffie. De secretaresse van de wethouder vertelde dat deze er al van wist en niet zou komen. Een week later belde de secretaresse terug met de mededeling dat er noodvoorzieningen getroffen zouden worden. Die paar plankjes die er toen gelegd werden, waren spekglad.1982 is wel een zéér nat jaar geweest.
Telkens als het regende was het goed mis in de Helmerhoek.
De eerst foto is gemaakt op de Honinglohoek. Op de achtergrond zie je het oude gezondheidscentrum. De tweede foto is van de Bekspringhoek. De derde foto laat het wadlopen en springen over grote plassen water zien.