Na de Tweede Wereldoorlog heerste er in heel Nederland grote woningnood en werden er in hoog tempo nieuwe wijken gebouwd. Ook in Enschede, waar men eveneens te maken had met een snel groeiend inwoneraantal door de bloeiende textielindustrie, werden verschillende naoorlogse wijken gebouwd.

In de jaren ‘60 was de woningnood nog steeds niet opgelost en werden de gronden van Enschede-zuid ook aangewezen voor bebouwing. 
Er werd in 1964 begonnen met de wijk Wesselerbrink. De eerste huizen van Stroinkslanden werden in 1970 gebouwd. Het heien van de eerste betonpaal in de Helmerhoek vond in 1981 plaats.

De Enschedese politiek heeft lang getwijfeld of de Helmerhoek er nu wel of niet zou komen. Met de voortvarende bouw van veel woningwetwoningen en koopwoningen in de zuidwijken kwam Wethouder W.B. van Dragt, van Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, voor de beslissing te staan, of er een derde zuidwijk moest worden gebouwd. 

Wél of géén Helmerhoek? 

De wethouder was van mening dat er ook woongelegenheid geboden moest worden aan mensen die anders naar Haaksbergen of Losser zouden gaan. Zijn uitspraak was: “Het Losser van gisteren is de Helmerhoek van morgen”. Uiteindelijk besloot deze wethouder toch dat de Helmerhoek er moest komen. Zijn beslissing had ook te maken met het feit dat er in Enschede bij diverse bouwprojecten vertraging was ontstaan. Veel mensen wilden destijds, in tegenstelling tot nu, absoluut niet in de binnenstad wonen. De Helmerhoek werd vervolgens bouwrijp gemaakt.

Op de plattegrond van toen gaf Openbare Werken van de gemeente Enschede globaal aan hoe de Helmerhoek als nieuwe wijk naast de Wesselerbrink werd gedacht. Door de aanleg van deze wijk werd het mogelijk de Broekheurnering van de Wesselerbrink door te trekken naar de Haaksbergerstraat met tevens een goede verbinding naar de A35.