DOMWEG GELUKKIG OP DE HELMERHOEK. (35)
Angst zit ingewikkeld in elkaar, zo was ik als kind erg bang voor grote jongens en voor grote honden. Als jongens uit hogere klassen hun mond opentrokken kromp ik in elkaar. Één wilde me zelfs opbraden, rauw beliefde hij me niet. Ook als een grote hond begon te blaffen was ik bang, hij zou me zomaar op kunnen eten. Hard wegrennen durfde ik niet, en vechten met jongens of honden al helemaal niet. Wonder boven wonder leef ik nog, meestal ben je te bang.
Voor Binkie hoef je niet bang te zijn, daar dacht een klein meisje die met haar kinderwagen met pop en oma aan het wandelen was heel anders over. Ik zag haar in de verte verstarren haar pop beschermend tegen het naderend onheil, een grote hond! Toch liep ik met mijn rollator en Binkie langzaam op ze af, het meisje stuurde de wandelwagen het gras in, och jee wat deed ik haar aan. Ik vroeg aan haar of ze Binkie wilde aaien, ze keek haar oma aan, doe maar zei ik, het is een hele lieve hond. Ik tilde Binkie op zodat zijn hoofd op gelijke hoogte kwam met die van het meisje. Ze aaide ze hem over zijn hoofd en ook onder zijn kinnetje, ontwapenend.
Harm Katerberg,